De vijf groepen slachtoffers op de Erelijst
Naar schatting verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog 250.000 Nederlanders het leven in Nederland, Nederlands-Indië of elders als gevolg van directe oorlogshandelingen of maatregelen van de bezetters. In de Erelijst van Gevallenen 1940-1945 zijn diegenen opgenomen die als gevolg van verzet of als militair zijn omgekomen. De Erelijst onderscheidt vijf groepen:
Koninklijke Land- en Luchtmacht
Ongeveer 2300 militairen zijn gesneuveld. Niet alle militairen vielen in de strijd. Tussen 300 en 400 van hen zijn in Duits krijgsgevangenschap overleden. Enkelen die uit krijgsgevangenschap wisten te ontsnappen, zijn na arrestatie door de Duitse bezetter naar het concentratiekamp Mauthausen overgebracht en daar gefusilleerd.
Koninklijke Marine
In de strijd tegen de Duitsers en Japanners zijn naar schatting 2900 leden van de Koninklijke Marine gesneuveld. De meerderheid van hen, ongeveer 1650 man, stierf in Azië. Ongeveer 3850 man werd door Japan krijgsgevangen gemaakt. Van hen kwamen ongeveer 650 om het leven.
Bemanningsleden van Nederlandse koopvaardijschepen
Na de Duitse inval in Nederland waren bijna 850 Nederlandse koopvaardijschepen op zee. Op 6 juni 1940 legde de Nederlandse regering in Londen de 12000 opvarenden een vaarplicht op. Zij werden voortaan als militair beschouwd en ingeschakeld bij de oorlog. Van deze Nederlandse koopvaardijvloot zijn 421 schepen verloren gegaan. Ruim 1600 zeelieden kwamen om.
Militairen van het KNIL en leden van het Indisch verzet
Ongeveer 900 militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) sneuvelden in de strijd tegen de Japanners. Bijna 37000 werden in krijgsgevangenschap afgevoerd, van wie ruim 7500 zijn overleden. Hoeveel Europese en Indische Nederlanders zich in Nederlands-Indië met verzetsactiviteiten hebben bezig gehouden is bij gebrek aan betrouwbaar bronnenmateriaal niet te zeggen.
Verzetsdeelnemers in Nederland
Vanaf het begin van de Duitse bezetting zijn er Nederlanders geweest die zich hiertegen hebben verzet. Het begon met enkele illegale bladen en groepjes oud-militairen die informatie over bezet gebied aan de Nederlandse regering in Londen probeerden door te geven. De reactie van de bezetter liet niet lang op zich wachten. Eind 1940 vonden de eerste arrestaties plaats en begin 1941 de eerste executies.
Na de staking van april-mei 1943 raakten steeds meer mensen bij het verzet betrokken. Tot september 1944 waren er ongeveer 25000 verzetsdeelnemers die lid waren van een organisatie. Nadat in september 1944 de Binnenlandse Strijdkrachten werden opgericht, groeide hun aantal aanzienlijk. Het totaal aantal verzetsdeelnemers tijdens de gehele bezettingstijd wordt geschat op 45000. Ongeveer 8200 personen kwamen als gevolg van hun verzet om het leven.